Country en Western op het achterdek in Koiládhia

Gepubliceerd op 20 juli 2020 om 16:00

De volgende ochtend straalt de zon weer als we verkwikt wakker worden. Er gaat toch niets boven een rustige ankerbaai.

 

We doen nog een paar bootschappen in een kleine supermarkt. Ook op het reddingsvesten front maken we vorderingen - sinds het ankeren bij Methoni is het reddingsvest van Edwin niet meer functioneel - daarom gebruikt hij een zwemvest van het surfen. We kopen een ander vest (wat later door gasten gebruikt kan worden) en krijgen te horen hoe het vest weer in orde te maken.

 

Dan gaan we weer met de rubberboot naar de Bleu Magenta.

 

Inmiddels waait het een lekkere 13 knopen uit het zuidwesten, zodat we met halve wind / ruime wind een kwart cirkel om dir schiereiland kunnen zeilen.

 

We moeten dr ie kapen ronden: Korakas, Thinni en Kókkinos, en komen dan bij de invaart van de baai bij Koiládhia. Dit is een baai die goed beschut ligt tegen de hier heersende zuid-oosten wind. 

 

Bij de invaart staat op de kust een kleine witte kerk, met een blauw dak. Aan de andere kant ligt een eilandje, Nisos Koiládhia, wat eruit ziet als een Tropisch Resort - het is een privé eiland voor betalende gasten van het resort. Het is prachtig groen begroeid en heeft veel palmbomen.

 

Dan varen we langs de kade van Koiládhia en zien de vissersvloot - er liggen hier ongeveer 15 middelgrote vissersschepen en een paar dozijn kleine vissersschepen.

 

Ook liggen er 6 plezierjachten aan de kade, met daartussen nog ruimte voor ons. Een van de andere schippers aan de kade gebaart dat we welkom zijn.

 

Er staat hier 14 knopen wind schuin vanaf de kade naar de zee, wat de aanleg lastig maakt. Hoe gaan we dit doen?

 

Als we achteruitvarend naar de kade gaan varen, zal de wind ons snel later afdrijven naar onze bakboord-kant, naar een grijs zeiljacht dat hier afgemeerd is.

 

 

We verhalen daarom eerst de rubberboot naar stuurboord, daar zal hij niet in de knel komen. Dan leggen we 4 stootwillen aan bakboord die het hele schip afdekken - als we dan het grijze schip raken komt er geen schade.

 

Dan varen we met het hek van het schip naar de wind naar de plek waar het anker moet komen - Sjouke Lute laat het vakkundig zakken. Als het anker op zijn plek is moeten we nog twee-en-een-halve bootslengte achteruit varen naar de kade - met de wind scheef achter. Met een combinatie van achteruit varen, stuurboord-roer geven en de boegschroef naar stuurboord lukt het wonderwel om het schip naar de kade te krijgen voor we tegen het grijze schip aandrijven. Daar staan twee zeilers van het schip naast ons klaar om lijnen aan te nemen.

 

Een paar minuten later liggen we perfect met een strakgespannen ankerketting en met goede landvasten aan de kade.

 

Dan merken we dat het warm is in de haven - op zee met de frisse wind leek het veel koeler. Dus worden de zonweringen aangebracht - een rechthoekig doek wat we over de giek spannen, plus een driehoekig doek dat we rond de cockpit spannen.

 

Er zijn wel voorzieningen voor Electra aan de kade, maar Cafe de Happy Flo verkoopt de bijbehorende opwaardeer-kaarten niet meer, daarvoor zullen we moeten wachten tot morgenochtend iemand van de havendienst komt.

 

Na overleg met de buur-boten krijgen we toestemming om onze generator een uurtje aan te zetten. We zetten hem op de kade met al onze verlengsnoeren ertussen, zodat we zo weinig mogelijk lawaai overlast hebben. 

 

Na twee minuten komt er een Griek aan die zijn schip aan die kant heeft liggen en mij druk gesticulerend duidelijk maakt dat dit niet de bedoeling kan zijn. Hij lijkt als twee druppels water op de Britse top-dirigent Sir Simon Rattle - een hoofd met een grote krullenbol vol grijze haren. Even ben ik in twijfel - de manier waarop hij met zijn handen naar mij gebaard lijken op de manier waarop Rattle dirigeert - zou hij hier anoniem een schip hebben, om in Griekenland bij te komen van alle optredens met symfonie-orkesten? Als ik verzoenende woorden in de Engelse taal tot hem spreek, repliceert hij alleen in Grieks, geen woord Engels. Zelfs geen spoort van een Brits accent. Dat zou Sir Simon niet doen, vermoed ik, dus besluit ik dat dit een authentieke Griek is, zij het een wat heetgebakerd heerschap, die ik wellicht beter te vriend kan houden.

 

Ik zet de generator uit en vraag hem of hij dan voor electra kan zorgen. Dat kan hij niet, maar hij wijst mij wel aan waar de generator moet staan, dwars over de kade vlak bij een vissersboot waar op zondag toch niet op gewerkt wordt. Deze aanpassing bevreemd mij zeer, want hemelsbreed staat de generator nu dichter bij zijn schip, en de uitlaatgassen waaien bij de huidige windrichting naar zijn schip toe. Maar zijn instemming is mij wel iets waard.

 

Nu ontstaat er wel een complicatie - door het verhuizen van de generator is het lawaai bij de schepen naast ons toegenomen. Het zijn schepen met een Franse vlag, dus ik doe een poging om ze te paaien met een fles rode wijn.

 

Die gaat er zeker in. Het schip naast ons - de Skeuden - heeft aan boord een zeer vriendelijk Frans gepensioneerd echtpaar, Jean-Pierre en Catherine. Eerder sprak ik met Jean-Pierre en werd gewaar dat hij graag gitaar speelt. Hij vroeg of ik zingen kon. Nu heeft hij zijn gitaar tevoorschijn gehaald en begint in country-western style een lied te zingen.

 

Daarnaast ligt een schip - My Way - met een spiksplinternieuwe Franse vlag. Als ik deze man in het Frans probeer te inviteren voor een glas rode wijn blijkt dat hij een Duitser is en naar de naam Rudi luister (Just like Rudi Völler, voegt hij er aan toe. Voetbal liefhebbers zullen zich het incident tussen Frank Rijkaard en Rudi Völler - allebeide een rode kaart - nog wel herinneren).

 

Rudi neemt een glas mee, ik neem een fles rode wijn en een eigen glas mee, en zo zitten we gezellig op het achterdek van de Skeuden.

 

Wat doet een Duitser met een Franse vlag op zijn schip is een vraag die mij op de lippen brandt. “He is trying not to be noticed” - antwoordt Jean Pierre voor hem. Wellicht heeft het iets met de corona situatie te maken.

 

De sfeer wordt al snel heel gezellig - iedereen is het generator lawaai vergeten en we delen wijn, versnaperingen die Catherine tevoorschijn tovert, en praten uitvoerig over zeilen, Griekenland, Corona en hoe verschillende landen daar politiek gezien mee omgaan.

 

Dan bijkt Rudi iemand met een zeer gepeperde mening. Ik kan me voorstellen dat hij zich buiten Duitsland beter op zijn plaats voelt dan in de door Grundlichkeit & Ordnung-Muss-Sein gedomineerde mentaliteit in Die Heimat. Hij blijkt een soort vrijbuiter die in zijn jonge jaren windsurf instructeur was. Zelfs zijn kapsel doet denken aan Robby Naish - de onbetwiste kampioen van het windsurfen in de jaren-tachtig - iets wat hij grijzend toegeeft.

 

Jean-Pierre is een heel gemoedelijke Fransman, die kalmte en vriendelijkheid uitstraalt. Je kunt zien dat hij op-en-top van het leven geniet. Hij spreekt ook buitengewoon goed Engels. Catherine is ook zeer vriendelijk en goedlachs, maar heet veel meer moeite met Engels en laat ons daarom af en toe alleen.

 

Na een glas wijn gaat Rudi weer van boord - hij wil morgen om 07:00 vertrekken en kan het dus niet laat maken.

 

Dan komt de gitaar weer tevoorschijn en proberen we liederen te vinden die we beiden kennen. Uiteindelijk lukt dat met met kamp-liedje Alouette - gentille Alouette.

 

Dan zing ik nog twee coupletten van Greensleeves - die Engelse evergreen - en krijg daarvoor wel enthousiaste reactie, maar helaas geen gitaar-begeleiding.

 

Dan proberen we verder te converseren in het Frans, wat Jean Pierre en Catherine heel goed lukt, maar mij wat minder. Het blijkt dat ze vanavond alle tijd hebben - omdat ze wachten op de komst van bezoek wat geland is op met vliegveld van Athene en nu nog twee uur moeten rijden om hier te komen - ware het niet dat hun huurauto om mysterieuze reden geen brandstof in de tank heeft en een benzine station zo een-twee-drie niet gevonden is. Deze tussentijd vullen we met sympathieke conversatie.

 

Als de generator al lang is uitgevallen, en de fles wijn helemaal op is neem ik afscheid en ga terug naar ons schip. Daar moet je enorm bij oppassen. De loopplank van Jean Pierre ligt verkeerd - niet tussen schip en de kade, maar alleen op de kade met het losse eind uitstekend over het water. Wie hier op zou gaan staan zou ogenblikkelijk in het water vallen.

 

Ik zie het en attendeer Jean Pierre hierop. Hij lacht breed-uit en zegt dat dit de manier is waarop hij Catherine aan het zwemmen krijgt, waarop Catherine in de lach schiet. Misschien is het nog wel waar ook.

 

Het is inmiddels donker en nog steeds warm - tijd om te douchen en te gaan slapen. 


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.