Lissabon vanaf het water

Gepubliceerd op 28 september 2019 om 20:49

Op 28 september 2019 om 12:24 Portugese tijd (een uur later Nederlandse tijd) zijn we onder de grote hangbrug van Lissabon doorgevaren. We hebben een grote mijlpaal in onze tocht bereikt. Vanaf hier is de Algarve en Gibraltar niet ver meer.

Om 10 uur varen we weg uit de marina van Cascais. Op de kade horen we de harde muziek en het rumoer van het Iron Man evenement. Wij kiezen voor de rust van het water. Met ons mee vaart een Amerikaanse boot die al 4 jaar aan het varen is. In Porto hebben we ze ontmoet en nu dus weer. We hijsen de zeilen en proberen de laatste 15 mijl zeilend af te leggen.

Bij de receptie sprak ik nog met Johnny, de kapitein van Schoener Thetis (de boot met pech die we in Figuira da Fox zagen). De motor problemen kon hij oplossen en hier was hij nu om elektrische problemen op te lossen. Hij waarschuwde ook voor sterke stroming in de richting van Lissabon.

 

Een uur later bleek dat zijn waarschuwing terecht was. De rivier de Taag heeft een groot bekken wat flink wat watervolume kan bevatten, en alles moet door een kleine doorstroomopening waar ook nog eens zandbanken liggen. Daar waar het water wel langs kan stroomt het dus hard. Maar we vertrekken met laagwater en hebben dus het hele traject stroom mee.

De wind zou, puur theoretisch gezien, uit het noorden moeten komen. In de praktijk hebben we in een uur tijd wind uit elke richting van de windroos gehad, waarschijnlijk door de vorm van de heuvels rond de invaart rond Lissabon. Op een gegeven moment wees de windex bovenin de mast op zuidenwind, terwijl het water oppervlak zonder twijfel op noordenwind wees. Het zeil moet daartussen iets kiezen en had het daar best moeilijk mee. 

Bij vlagen konden we 6.5 knopen zeilen, soms maar 1 knoop. Toen kregen we een stuk met sterke stroming en woest bewegend water (vlak bij een fort aan de kust), dus dan maar de motor bij, terwijl we ook blijven zeilen. 

Na de laatste bocht in de invaart kun je de grote hangbrug van Lissabon zien liggen. Hij heet de brug van de 25e april (een dag later en de  schipper had een hangbrug op zijn verjaardag gekregen).

Onder de brug waren twee dozijn spinakers te zien; kennelijk was er zojuist een zeilwedstrijd voor jachten gestart. Prachtig gezicht.

 

Dan draait de wind naar pal tegen en halen we de zeilen in. Verder op de motor, met koffie en taart, in de felle zon, strakblauwe hemel, puur genieten.

We varen dicht bij de noordoever, omdat Lissabon op de noordoever is gebouwd. Alle mooie dingen zijn aan deze kant.

Als eerste zien we het Fortaleza, dan de Torre de Belem (volgens Maaike Grytsje een soort Towerbridge maar dan zonder brug), en het zeevaarders monument.

Dat laatste is heel bijzonder. Een grote stenen sculptuur waar de Portugese zeevaarders en ontdekkingsreizigers (Hendrik de Zeevaarder, Magelhaan, Vasco da Gama en vele anderen) worden herdacht. Het monument heeft de vorm van een schip met drie masten en volle zeilen en langs het gangboord staan alle mannen van staal die de houten schepen langs de gehele wereldbol navigeerden. 

Waarom hebben wij in Nederland eigenlijk niet een dergelijk monument?

Afgemeten aan het aantal Nederlandse namen langs verre kusten zijn er toch genoeg ontdekkingen geweest (Willem Barents, Abel Tasman, Jacob Roggeveen, om maar een paar namen te noemen). Reden genoeg  voor een monument, zou men kunnen denken.  Wellicht aan het IJ in Amsterdam? 

 

Dan zijn we plotseling midden in een veld van snelle race jachten met BMW logo - hier sponsort BMW de zeilsport. Een van de raceboten komt zo snel en zonder enige intentie van uitwijken op ons af dat Edwin vol gas moet geven om een aanvaring te vermijden. Langs de kant vaart een groepje optimisten vlakbij het zeevaarders monument - dat zit wel goed hier in Portugal, de jeugd krijgt de zeilsport met de paplepel ingegoten (in bijvoorbeeld Griekenland is dat heel anders).

 

Dan komen we bij de grote hangbrug. Net als we er onderdoor willen varen, blijkt dat er een groot vrachtschip van de kade los gaat en door twee sleepboten in bedwang wordt gehouden. Dan maar een flinke boog naar rechts, en er ruim omheen. Kunnen we wel mooi zien hoe dat gaat met een schip op deze schaal.

Dan komen we bij de haven Doca de Alcantara, waar een pakket met studieboeken voor de twee oudste kinderen zouden moeten liggen. Een laatste blik op de track and trace wijst echter uit dat door vertraging het nog ergens tussen Madrid en Lissabon is. Dan moeten we dit later maar ophalen.

We varen verder langs de stad en zien de vele rode daken op witte huizen. We zien een kasteel boven op een berg. Kathedralen die flink hoger zijn. Een paleis aan het water. Wat dat allemaal is weten we nu nog niet, maar daar komen we binnenkort wel achter.

We varen verder langs de kade met gigantische cruise schepen - 4 stuks die de stad overspoelen met hordes toeristen. Je zal er maar staan als er plotseling 5000 man tegelijk op de kade wil uitstappen.

Dan verdijnen de witte huizen komen er nieuwbouwflats en begint er weer een haven gebied - dat geloven we wel. We zetten koers naar de andere kant van de rivier de Taag, de zuidoever. Vanaf daar kun je gemakkelijk met een snelle veerboot naar Lissabon, maar lig je toch heerlijk rustig. We kiezen voor de Seixal, tip van Mark en Carola. Er goed komen was nog wel een dingetje, want inderdaad, er ligt een groene boei geheel verkeerd in de vaargeul. Maar met steeds meer dan 2 meter onder de kiel komen we toch veilig in de baai van Seixal, wat een soort binnenmeer is, maar dan wel met flinke stroming. We hebben stroom mee en zoeken dan contact met de kleine kade met een handvol schepen. Er blijkt iemand van het havenpersoneel die ons wenkt. Hij blijkt later Ricardo te heten en helpt ons met aanleggen. We gaan langszij een ander jacht.

Bi j de cursus Klein Vaarbewijs is mij geleerd dat tegen de stroom invaren heel gemakkelijk is, als je de stroom dood-vaart. Dat vaar je precies even snel als de stroom en blijf je boven een plek op de bodem. Je kunt dan makkelijk naar links of rechts, heel precies sturen.

Edwin probeert dit - en verhip - het is waar! Met grote precisie leggen we de Bleu Magenta aan naast de Moonshadow, waarvan de bemanning zich de hele dag niet laat zien - zullen wel in Lissabon zijn.

Direct achter ons ligt een ruim twintig meter lang traditioneel houten zeilschip. Van Ricardo mogen we daarnaast aanmeren later op de dag als een motorcruises uit Cascais weer vertrokken is ("after the lunch break they will leave"). Dat blijkt om ongeveer 19:00 te zijn, was vast een goede lunch. Dan moeten we de Bleu Magenta nog even verhalen. Op dit tijdstip hebben we 2 knopen stroom op de kont van het schip - hoe gaan we dat doen? Ricardo heeft het antwoord. Een goede bol boei bij onze boeg, een spring ter hoogte van de  middenbolder. We gooien onze heklijn los en varen met de stroom mee naar Vorden. De spring komt op spanning en houd onze boeg op zijn plek. Dan draait de stroom de kont van ons  schip  naar het open water. Als er ruimte genoeg is, gaat onze motor vol in de achteruit en varen we probleemloos weg.

 

Dan nog even alle boeien van stuurboord naar bakboord. Twee minuten later leggen we weer - nu tegen de stroom in - keurig de stroom doorvarend naast de Amoroso van Seixal. Dit is een traditioneel houten zeilschip waar vroeger vrachtvaart mee werd gedaan op de rivier de Taag (Rio Tejo).

Wat een mooie dag. Wat een fijne sfeer in Seixal. Wat een belevenis. 

 Edwin


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.