Twee affaire's met een luchtje in Galaxidhi

Gepubliceerd op 30 juli 2020 om 14:00

René en Margreet willen graag de oude Griekse tempel in Delphi bezoeken. Hier was ooit het fameuze Orakel van Delphi - een dame die visionaire uitspraken op verzoek van bezoekers deed. 

 

We besluiten daarom om naar Galaxidhi te varen - dat brengt René en Margreet op huur-auto-afstand van Delphi en omstreken en is voor ons een mooi stuk naar het westen - richting de grote brug bij Patras en de Ionische Zee.

 

We hebben een lekkere wind - 18 knopen - en zeilen heerlijk met halve wind.

Een half uur later zakt de wind helemaal in. Weer een uur later is de wind 180 graden gedraaid. Dat is zeilen in de Golf van Korinthe - overal om ons heen zijn hoge bergen - je zeilt steeds in de luwte van een berg, of in het waai-gat tussen twee bergen in. Er vaart een jacht op een mijl afstand van ons in dezelfde richting - deze twee master heeft geen zin in zeilen en doet alles op de motor.

 

We besluiten te gaan motor-zeilen en trimmen de boot met langzaam draaiende motor (1400 rpm) zodanig dat de schijnbare wind van 50 graden relatief komt - en doen daarbij 7.5 knopen. Niet gek. Met alleen de motor zouden we maximaal 6.2 knopen doen, maar zouden dan wel op 2300 rpm moeten varen.

Uiteindelijk komen we in de baai van Galaxidhi, een stadje aan het water. Er is een lange kade die tjokvol ligt met veel zeiljachten en een enkel motorjacht.

De havenmeester is hier een dame die vanaf de kade wijst waar we mogen aanleggen - tussen twee jachten in. Er is weinig ruimte. We beginnen met de ankermanouvre die nodig is om in Med-mooring stijl hier aan te leggen. Terwijl we bezig zijn is op één van de jachten waar we naast zullen komen activiteit op het achterdek - ze lijken de touwen te gaan verleggen om ruimte te maken. Maar terwijl we bezig zijn verhalen ze het schip de verkeerde kant op - de ruimte wordt nu zo klein dat we er niet tussen passen. Ook roept een man van een grote catamaran ons aan dat we over zijn ankerlijn heen zijn (dat is niet waar - we zijn er zeker 12 meter vanaf - maar deze man houdt zeker van zekerheid). We halen het anker weer op - en raken daarbij geen enkele andere ketting of anker ("zie-je-wel" heb ik dan de neiging om te zeggen - "wat had je nou te zeuren", maar ik houdt wijselijk mijn mond). Er is nu geen plaats - maar er is om de hoek nog een stukje kade. We gebaren naar de havenmeester of we daar mogen liggen - ja prima - maar dan wel haaks op die kade en niet langszij.

Dat past ons nog veel beter, want dan kunnen we aanleggen met de kont van het schip recht tegen de wind in - daarmee is aanleggen zeer eenvoudig.

We brengen het anker uit en gaan zeer beheerst naar de kade waar een paar andere schippers onze achterlijnen aannemen. Perfect - ware het niet dat ons anker niet houdt. Dus we gaan direct weer los van de kade - brengen het anker opnieuw uit, wat verder dan de eerste keer, en komen weer beheerst aan de kade. 

Een kwartier later sta ik bij de havenmeester die me dan verteld dat ons schip een plaats moet opschuiven; er is een reservering voor een schip van 34 meter wat op die plek moet liggen. Nou moe - ze stond erbij toen we aan legden - had ze ons ook direct naar de juiste plaats kunnen dirigeren.

Dus moeten we de aanleg nog een keer doen - erg slecht voor het humeur van Marttje omdat de wasmachine net draait. Edwin neemt eerst de kade in ogenschouw - de kaart zegt dat het meer 2 meter diep is. Er blijkt een groot blok beton in te liggen (vast een gevallen blok bij de aanleg van de kade die niemand later opgeruimd heeft). Met het peillood zoeken we hoe ver we kunnen gaan en zetten een emmer op de kade waar de hartlijn van ons schip moet komen.

 

Dan besluiten we tot een spruit-operatie. Daarmee kun je met precisie manoeuvreren. Twee matrozen blijven daarvoor aan de wal en bedienen een zeer lange achterlijn - een zogenaamde spruit - die we vastmaken op de bakboord achterbolder.  Deze lijn is zo lang dat we drie bootslengtes van de kade af kunnen varen om het anker opnieuw - de vierde keer in Galaxidhi (!) - uit te werpen.  

Hier positioneert de schipper de emmer - ons doelwit - met centimeter nauwkeurigheid. De spruit - een lijn van zeker 70 meter - ligt al klaar op de kade en is vast gemaakt aan de bolder op de kade.

Terwijl de Bleu Magenta van de kade vaart - het anker ophaalt - 6 meter naar links opschuift en het anker weer uitbrengt ...

... wordt op de kade de spruit in opperste concentratie gevierd.

Als de spruit ons weer helemaal naar de kade heeft gestuurd (uiteraard stuurt de schipper met de motor in de achteruit en is de spruit niet om hard aan te trekken, maar alleen om te sturen) ...

 

... moeten de twee landvasten gegooid worden ..

... beide landvasten worden door de wal-matrozen aangenomen en op de juiste lengte afgesteld ...

 

... en kunnen we de rubberboot verhalen van stuurboord voor naar bakboord voor ... 

... geen minuut te vroeg ... het schip wat hier moet liggen komt er al aan.

Mamma Mia - wat een joekel - een schip met een rijke eigenaar en een professionele crew van tenminste 8 personen. Het schip blijkt dan ook Mamma Mia te heten - twee keer zo lang als de Bleu Magenta - maar de mast van de Bleu Magenta is twee keer zo hoog.

Terwijl de Mamma Mia afmeert raken ze ons bijna - er staan twee man klaar met grote bol boeien - maar ze keuren ons geen blik waardig. Aanwijzingen die ik - goedbedoeld - geef om schade te voorkomen worden straal genegeerd door de crew die met marifoon met elkaar en de kapitein overlegd.

Dat zit me niet lekker en dus pak ik zelf een stootwil - om een forse deuk in onze boordwand te voorkomen.

 Als de Mamma Mia ligt - blijft de motor nog zeer geruime tijd draaien - en door de uitlaat aan bakboord krijgen wij de uitlaatgassen in onze kajuit en hutten (alle ramen staan immers bij ons open). Als ik hierover klaag gaat de motor niet uit - maar schakelen ze van de bakboord-uitlaat naar de stuurboord-uitlaat.

 

Direct daarna wordt een waterslang van de Mamma Mia aan de kade aangebracht. Dat spreekt boekdelen - welke miljonair zou in een lawaaige stad aan de kade willen liggen tussen het plebs - terwijl je ook prinsheerlijk in volle privacy voor anker kunt liggen twee mijl verderop in de baai? Alle logistiek met de kade kan immers via een luxe bijboot (een tender, in vaar-jargon). Waar heb je anders zoveel personeel voor aan boord? Maar water - nee - dat haal je aan de kade. En bij de geringe capaciteit van de slang hier en naar alle waarschijnlijkheid de gigantische watertanks op dit schip - ben je daar de hele nacht mee bezig. 

 

We douchen ons op het achterdek - en gaan heerlijk eten in een restaurant dat René en Margreet hadden uitgezocht. René moest zelfs mee van de ober, tevens eigenaar van het restaurant, om de vis te inspecteren. We eten een heerlijk feestmaal, het afscheid-diner, en komen heel laat in de avond weer bij ons schip.

Dan blijkt er consternatie op de kade te zijn - een aantal schippers staat druk te praten en schijnt met zaklampen op het water. Er hangt hier een afschuwelijke stank - een mengeling van diesel en uitlaatgas. De catamaran-man die klaagde dat ik over zijn anker zou zijn gevaren heeft vele uren lang de generator aan laten staan en in de windstille haven een deken van smog gemaakt - terwijl zijn schip Nota Bene stroom van de kade heeft. Wat een onnodige en voor velen zeer hinderlijk gedrag! Drie jachten naast de catamaran staan vol uitlaatgas,

 

De opvarenden van de catamaran zijn in geen velden of wegen te bekennen - en de zwaar geïrriteerde schippers van de schepen naast de catamaran overwegen een grote aardappel in de uitlaat van de dieselmotor van de catamaran te doen.

 

Dan kijkt er iemand goed in het water en blijkt dat er diesel op het water drijft. En niet zo'n beetje ook. Er drijven bellen van naar schatting 3 millimeter dek - en langs 40 meter kade zien we overal diesel. Waar het vandaan komt is een raadsel. Rond 23:00 is de vlek er - om 21:00 was hij er nog niet. Als ik later een stuk verder langs de kade loop zie ik dat de dieselvlek inmiddels tot 150 meter voorbij ons schip reikt.

Vervolg twee affaires met een luchtje

 

De vlek bedenkt een stuk haven met een oppervlakte van naar schatting 200 keer 75 meter, ofwel 15000 vierkante meter - met een laag diesel van tussen 0.1 tot 1 millimeter dik - dat is tussen 1500 en 15000 liter diesel wat hier in de haven ligt. Dat is een gigantische lozing! Bij het tanken van diesel vanaf de kade gaat er wel eens een liter overboord bij onvoorzichtig tanken - maar geen 1500 liter. 

 

Waar komt dit vandaan? Het komt niet vanaf zee, want meer dan 250 meter verderop, richting zee, is het water schoon.  

 

De verontwaardiging van de verzamelde schippers neemt toe - wie kan dit hebben gedaan? Wie heeft er zoveel diesel aan boord dat een dergelijke vlek mogelijk is. Alle ogen richten zich op het grote miljoenenjacht wat hier aan de kade ligt - ongeveer in het middel van de vlek. Zou hier iets vreselijk mis zijn gegaan?

 

Een van de schippers spreekt de crew van dat schip aan. Met drie man zitten ze in het donker op het achterdek. Eerst reageren ze niet - negeren is een vak - maar na herhaaldelijk en luidruchtig roepen komen ze eraan. Hebben jullie geen diesel geroken?

 

Nee, dat was nog niet opgevallen. Een van de crew gaat naar het achterdek en steekt zijn vinger in het water en ruikt eraan - dat is geen diesel zegt hij - wil je zelf aan mijn vinger ruiken?

 

We kunnen niet aan zijn vinger ruiken want de loopplank naar het schip is opgehaald. Niemand van de schippers zou het in zijn hoofd halen om 4 meter te springen over een stuk water bedekt met diesel. De reactie van de professionele crew is zeer merkwaardig - in plaats van het probleem te onderzoeken proberen ze het bestaan van het probleem te ontkennen. Ze pakken zelfs geen goede lamp om te kijken. De volgende ochtend net na zonsopgang - is dit schip met de noorderzon vertrokken - nog voor de havenpolitie aan boord is geweest om een onderzoek te kunnen instellen.

 

Terug naar middernacht - een Griekse schipper belt met de Havenpolitie - die maar niet komt. Dan loopt - toevallig - de burgemeester van Galaxidhi op slippers en in T-shirt over de kade en ruikt de vervuiling - hij pakt zijn telefoon en begint op luide toon iets te tetteren - nog geen minuut later komt de havenpolitie met hoge snelheid aanrijden. Het is inmiddels pikkedonker - dus zoeken naar de oorzaak is erg lastig. Wel neemt de politie een monster van de vervuiling - bij gebrek aan monsterfles neemt de man daarvoor zijn fles drinkwater, die hij eerst leegdrinkt en dan vult met wat water van de haven.

 

Na nog wat rondkijken op de kade vertrekt de politie weer - aan de omstanders worden geen vragen gesteld. Een Griekse schipper die kan volgen wat de burgemeester en politie bespreken - zegt dat er gesuggereerd wordt dat deze vlek van buiten de haven komt - een snelle conclusie zonder betrouwbaar bewijs. Moet er iemand worden vrijgepleit? 

 

De volgende ochtend zeer vroeg wordt ik wakker van een draaiende motor - het 34 meter schip naast ons vertrekt in alle stilte. 

 

Ongeveer een uur later staat er een auto van de havenpolitie op de kade. Een politieman gaat bij een stuk of 8 schepen aan boord om in de machine kamer monsters te nemen. Tegen de tijd dat wij aan de beurt zijn - blijken 7 schepen vertrokken - gevlucht voor de dieselstank - waar het gister tjokvol was aan de kade is er nu een zee aan ruimte. Met nog steeds een laagje diesel op het water - bij eb lijkt een deel van de diesel naar zee te zijn gestroomd.

 

De Havenpolitie kijkt bij ons schip. Wij hebben niets te verbergen en dus is de politieman van harte welkom op ons schip. Ik vertel hem mijn ooggetuigenverslag van wat er gisteren gebeurd is, maar daar neemt de man geen nota van. Wel wil hij een monster en de registratie papieren van ons schip.

 

Als we eerst de machinekamer van de Beu Magenta inspecteren geeft hij ons een compliment van hoe schoon die is - geen spoor van diesel of olie onder de motor. Dan een monster - is er een plek waar je diesel kunt aftappen? Ik weet het niet, maar zoek met hem. We doen de matras in de hut van Sjouke Lute omhoog en zoeken naar een plek waar we een monster kunnen nemen. Je moet hier iets losschroeven om erbij te kunnen - daar heb ik geen zin in. Dan kijken we bij de motor zelf en volgen de dieseltoevoer leiding - maar ook hier moet je iets losmaken en heb je kans op een lekkage van diesel in de bilge van ons schip en kans op vervuiling van de leiding door vuil van buitenuit. Dan besluiten we naar de dieselvuldop te gaan - en hier een lange slang in neer te laten om wat op te zuigen. Na vijf pogingen geven we dit op - de vulopening zit niet recht boven de tank, zodat we het reservoir met diesel niet bereiken.

 

Toch hebben we de politieman overtuigd dat wij niet de veroorzaker kunnen zijn - ik moet een verklaring ondertekenen dat er een monster is genomen, en hij schrijft daar bij dat het monster niet genomen kon worden. Zeer vriendelijk neemt de man afscheid. 

 

Een affaire met een luchtje - wie heeft dit milieu delict veroorzaakt? Een open vraag - voorlopig zonder antwoord.  


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.