De wind van voren in Pylos

Gepubliceerd op 6 juli 2020 om 22:00

We gaan in een paar weken een rondje om de Peloponnesos zeilen. De Peloponnesos is een stuk van het vaste land van Griekenland, maar toch kun je eromheen varen. Dat komt door het kanaal van Kórinthos.

 

We gaan tegen de wijzers van de klok in, eerst zuidwaarts, dan oost, daarna noord en dan weer westelijk .

 

Vandaag de eerste etappe - van Zakinthos 70 mijl naar Pylos. Bij Pylos ligt een grote beschutte baai - een natuurlijke haven - en het stadje erbij is zeer charmant, we zijn er al een keer geweest in een eerdere vakantie en komen en graag weer terug.

 

Er zal vandaag een variabele wind zijn, en niet al te sterk, dus vertrekken we bij zonsopkomst zodat we voor donker in Pylos kunnen komen.

 

Gisteravond laat waren we nog aan het dineren met onze aardige Vlaamse buren. Dus de nacht was wat kort.Om 05:30 ging de wekker.

 

We laten Laurens Hendrik slapen, en met zijn vieren gaan we los van de kade. Om het anker goed te kunnen hanteren, en te voorkomen dat we tegen de Cosi aan stoten door de wind die ons daarheen zal laten drijven, hebben we een losse spruit aangelegd - een heel lang touw dat op de kade om een bolder ligt. Zolang je de beide einden van dit vast in je hand hebt en de spruit op spanning staat, kan ons schip niet overdwars afdrijven en is de Cosi veilig.

 

Sjouke Lute staat op het voordek en haalt de anker ketting in terwijl we een meter of 10 los komen van de kade. Maar dan hebben we pech, het touw komt klem te zitten in de voeg tussen twee stenen op de kade. We kunnen niet los.

 

Wat nu? Er is niemand op de kade! 

 

Gaan we terug? Dan zie ik dat Marc, onze Vlaamse buurman op zijn achterdek staat - hij loopt er even heen en maakt ons los - heel hartelijk dank Marc, jij was vandaag onze reddende engel!

 

Dan varen we door de havenhoofden en zien op een paar honderd meter een Ferry aankomen die de haven in wil varen. We geven de Ferry ruimte en doet dat door snel naar een rode boei te varen die net ten noorden van een ondiepte ligt. Hier zal de Ferry niet willen zijn, en dat klopt. We varen op het randje van de ondiepte, waar we nog 5 meter water onder de kiel hebben. De ferry passeert ons op 200 meter afstand. 

 

Dan moet de rubberboot nog verhaald worden - we slepen hem aan stuurboord mee, omdat in de haven de boot niet achter ons kan liggen.

 

We zetten grootzeil en genua en gaan we zeilen. We doen 4.5 tot 5.5 knopen bij halve wind met de zeilen over stuurboord.

 

We zeilen rustig met weinig golfslag en dus gaan Sjouke Lute en Maaike Grytsje weer onder zeil.

 

Er is nu nog een paar uur een noord-oosten wind - de verwachting is dat die later zal gaan draaien naar noordwest.

 

De route die we volgen is daarom geen rechte lijn naar Pylos, maar een compromis tussen korte afstand en optimale snelheid. Ik heb twee routes geprogrammeerd. Eén daarvan is een rechte lijn. De ander heeft eerst een stuk halve wind varen naar zuidoosten en dan een lange genaker-slag naar het zuiden (als we een goede noordwesten wind zouden krijgen).

 

Tussen deze lijnen moeten we in blijven.

 

Het is wat bewolkt boven Zakinthos. Als we een paar mijl uit de haven zijn blijkt waar die wolken vandaag komen - er hangt een onweersbui boven de Ionische zee. Uit de buienradar van windy.com blijkt dat deze bui er al 6 uur lang hangt en nauwelijks van zijn plek komt - dat past ons goed want wij varen naar het zuiden, steeds verder bij de bui vandaan. 

 

Af en toe zien we een bliksemflits, maar gedonder horen we niet of nauwelijks.

 

Met onweer in de buurt moet je wel oppassen, want het kan plotseling hard gaan waaien.

 

Dan valt de wind plotseling weg - van 12 naar 3 knopen. 

 

We besluiten direct te gaan reven - dit kan de stilte voor de storm zijn. Eerst draaien we de genua helemaal in. Dan blijkt dat de wind 60 graden gekrompen is - bij zeilers is dat een teken van plotseling opstekende wind.

 

Dus reven we het grootzeil naar 30%. Als we hier mee klaar zijn staat er 15 knopen wind. Een paar minuten later staat er 25 knopen wind - goed dat we niet meer vol tuig varen. Onze intuïtie was juist en we geven elkaar een high-five voor de goede handeling.

 

Met deze wind varen we nog steeds 5 knopen en zijn blij. Na nog een blik op de buienradar blijkt dat de windschifting ook kan komen omdat we nu wind van de westkant van Zakínthos erbij gekregen hebben. 

 

We varen zo een uur door en de wind neemt geleidelijk weer af, wind vlagen zijn er nauwelijks. De onweersbui is daar veel te ver weg voor (naar schatting 20 mijl bij ons vandaan).

In de uren die volgen vergroten we langzaam het zeil weer naar vol tuig.

 

We besluiten de genaker niet te gebruiken - in geval we toch nog door een onweersbui zouden worden verrast.

 

Dan kunnen we de berg achter Pylos zien - het lijkt wel een piramide. 

 

Pylos heeft aan de zee kant prachtige rotsen, daarachter een grote beschutte baai waar in vervlogen dagen de handels of oorlogsvloten van Grieken, Ottomanen of Venetianen voor anker lagen. De mythe gaat dat in een kleine baai ten noorden van de grote baai van Pylos, de zoon van Odysseus aan land was gekomen om Nestor te bezoeken. Of Homerus dat echt zo bedoeld heeft is moeilijk na te gaan, maar voor de toeristen is een dergelijke bewering een trekpleister.

 

De baai van Homerus zien we, maar we varen er niet in - alleen bij windstil weer zonder deining kun je daar ankeren.

 

We varen verder vlak langs de steile rotsen.

 

Dan is er de opening tussen de rotsen - de invaart naar de baai van Pylos. We varen langs het fort en dan naar de haven. Eerder op de middag had ik telefonisch overleg met de havenmeester. De marina was vol, maar de stadshaven was leeg, daar mocht ik een plaatsje uitzoeken.

 

Als we langs het fort varen steekt plotseling de wind op 25 knopen oostenwind. Komt er een onweersbui? We zien geen wolken. De wind van voren in de baai van Pylos!

 

Ooit is hier een zeer bijzondere zeeslag uitgevochten. 

 

In de zeeslag bij Lepanto in 1571

(zie een eerdere blog:

https://www.g-w-r.eu/blog/375306_bijzondere-schepen-de-koninklijke-galei-gemaakt-in-barcelona

), ten westen van de Griekse kust ter hoogte van Patras, was de vloot van Ottomaanse rijk verslagen door een westerse alliantie.

 

De westerse alliantie bestond bij de Zeeslag bij Lepanto uit de vloten van de Republiek Venetië, het Spaanse Rijk, het Koninkrijk Napels, Het Habsburgse Rijk, het koninkrijk Sicilië, het koninkrijk Sardinië, de Pauselijke Gebieden, de Republiek Genua, en de hertogdommen van Savoy, Urbino en Toscane en nog een paar. Dit bonte gezelschap - de Heilige Alliantie noemden ze zich - was bijeengeroepen door de Republiek Venetië die overduidelijk alleen het Ottomaanse rijk niet de baas kon - en dat was slecht voor de handel van Venetië. Door een groot aantal gelegenheidsargumenten werd uiteindelijk deze christelijke armada gevormd en werd de tot dan toe onoverwinnelijke islamitische Ottomaanse vloot aangevallen.

 

Deze nederlaag zinde het Ottomaanse rijk uiteraard niet, en als reactie werd door de Ottomanen in Pylos een fort gebouwd. De grote baai waar een vloot veilig kan ankeren bij een vliegende storm, was een zeer strategische plek - vanaf hier kon een oorlogsvloot het gebied van de Ionische zee tussen Sicilië en de Peloponnesos bestrijken, en daarmee de Venetiaanse vloten danig dwars zitten.

 

Vanwege dit strategische belang kon je dus wachten op een grote zeeslag bij de baai van Pylos. Uiteindelijk kwam die slag in 1825.

 

Napoleon was toen al verslagen en de westerse machten wilden ook de expansie van het Ottomaanse / Turkse rijk stoppen. Een alliantie van Engeland, Frankrijk en Rusland zeilde naar de baai van Pylos om slag te leveren met de Turkse en Egyptische vloot van 89 schepen die daar voor anker lag.

 

De westerse vloot had 13 Engelse schepen, 9 Russische en 8 Franse schepen.

 

 

De baai was goed beschermd met het fort en de Turkse en Egyptische vloot lag voor anker in een halve maan vorm - klaar om te schieten op wie zich binnen de baai zou wagen. 

 

Maar dit zelfvertrouwen bleek een misrekening - je kunt wel veel kanonnen hebben - maar hoever is de dracht van het geschut?

 

De Engelsen hadden kanonnen ontwikkeld die verder konden schieten dan alle anderen - en dat gaf de doorslag. Zestig Turkse of Egyptische schepen werden tot zinken gebracht, de westerse vloot verloor geen enkel schip. Van tactisch groot belang was dat de westerse vloot Griekse pilots aan boord hadden, die precies wisten waar wel en waar niet te varen.

 

Bijzonder aan deze zeeslag is dat de meeste schepen slag leverden terwijl ze voor anker langen - de Engelse schepen wilden voorkomen te dicht bij de tegenstanders te komen.

 

De grote nederlaag van de Turkse vloot in de Slag bij Navarino opende de weg naar een vrije Griekse staat.

 

Wie het nieuws volgt zal zien dat de rivaliteit tussen Turkije en Griekenland er nog steeds is - denk maar aan Cyprus. Na bepaalde politiek geladen uitlatingen van een Turkse hoge militair, recentelijk, antwoordde de hoogste Griekse militair in niet mis te verstane bewoordingen dat “Nobody messes with Greece”.

 

Maar wij hebben de wind van voren in de baai van Pylos en goed ook - windkracht 6. Waar gaan we aan de kade? Hoe gaan we aan de kade? 

 

De stadshaven heeft een buiten kade met 10 meter diep water - hier zou een cruise schip kunnen aanleggen. Dan is er een dwarspier en kom je in de binnenhaven - daar willen we heen want dan liggen we diep genoeg, een meter of 4 water, en liggen we net aan hogerwal en dus luw voor de wind die er nu waait.

 

Er is niemand op de kade, en er zijn geen bolders, we kunnen dus geen touw gooien.

En hoe houdt je het schip in bedwang - uiteindelijk kiezen we ervoor het hek in de wind te houden zodat we langzaam achteruitvarend het schip stil kunnen laten liggen. Als we goed in positie liggen naast de kade, eventjes volle kracht vooruit en langs de kade scheren - en dan spring Sjouke Lute met een ninja-sprong op de kade - direct gooit Laurens Hendrik de achterlijn, Sjouke Lute springt er boven op en maakt het vast aan een ring op de kade. We liggen vast. 

 

De harde wind laat ons direct weer van de kade af drijven, dus de afstand is te groot om de andere lijnen te gooien. Met wat kunst en vliegwerk en een pikhaak kom je ook een heel eind en zo kan Sjouke Lute de middenbolder spring en de voorlijn ook vastmaken.

 

Als we goed en wel vast liggen valt de wind helemaal weg - net alsof Aeolus er nu geen lol meer aan beleeft nu ons schip vast ligt.

 

Wat verderop liggen een paar schepen voor anker - wij zijn het enige schip in de stadshaven van Pylos!

Als bekroning krijgen we een regenboog.


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.