Langs de stranden van D-day naar Cherbourg

Gepubliceerd op 2 augustus 2019 om 16:52

Tocht van Boulogne sur Mer naar Cherbourg

 

We vertrekken om zes uur 's ochtends als de zon net opkomt. De kinderen slapen dan nog. Er staat een mooie windkracht 4 uit het zuidwesten, het is droog en nog fris in de vroege ochtend. Samen met een ander jacht varen we door het havenhoofd de zee op.

 

Gisteren waren de golven hier 3 meter hoog vanwege windkracht 7 tot 8 en lagen we gelukkig veilig in de haven. Wel schommelde de boot door de wind op de mast. Vandaag is de zee gelukkig veel rustiger en zetten we het hele grootzeil en de Genua voor 75%.

Aan de wind loopt de Bleu Magenta bij 1.5 knoop  stroom mee en 18 knopen wind tussen 7 en 8 knopen (ongeveer 14 km/h). We gaan eerst over stuurboord een paar mijl de zee op en gaan dan overstag richting Dieppe. We horen later dat Laurens Hendrik bij de slag over stuurboord door de scheve ligging uit zijn bed is gevallen, het deed gelukkig geen pijn.

Na acht uur komt eerst Maaike Grytsje tevoorschijn en komt gezellig met ons praten. Later komen ook Laurens Hendrik en Sjouke Lute uit hun kooi. Ze maken wat ontbijt klaar en komen dan aan dek.

We zien de kust langzaam veranderen in steeds steilere kliffen van een witte kleur: dezelfde krijtrotsen die we aan de Engelse kant bij Dover hebben gezien.

In het begin zien we op grote afstand de vrachtschepen die door het kanaal naar het noorden varen. Later op de dag zijn ze verdwenen, omdat we dan ver van de vrachtverkeersroute verwijderd zijn. Wel zien we veel zeiljachten, op een gegeven moment telt Edwin er 24 om ons heen.

 

Soms vliegt er een meeuw vlak achter ons schip en speurt in ons zog naar visjes. Ook zien we een paar Jan van Genten, heel sierlijke vogels. Er is ons verteld dat in de baai van de Somme dolfijnen zitten, maar we zien deze dag niet, volgende keer beter. 

 

Met de wind hebben we vandaag heel veel geluk, de wind draait precies wanneer we dit nodig hebben ongeveer 50 graden naar het noordwesten, waardoor we de hele dag aan de wind kunnen varen zonder te hoeven laveren.

Rond 18:00 hebben we ongeveer 80 mijl afgelegd (een record voor ons) en zijn we ter hoogte van Le Havre. De wind neemt af en is nu nog maar windkracht 3, maar aan de wind lopen we nog steeds 7 knopen. 

 

Na overleg van de Bleu Magenta crew wordt besproken of het een optie is om vannacht door te varen naar Cherbourg. De omstandigheden zijn ideaal om dat te doen, terwijl de volgende dagen de wind ongunstig zal staan. We denken na en Marttje warmt een restje eten van een dag  eerder op. We dineren  met uitzicht op kliffen aan de zuidkant en het wijde kanaal aan de noordkant met een steeds gladder wordende zee.

We nemen unaniem de beslissing om door te zeilen en zullen wachten draaien. Omdat de wind bijna helemaal weg valt halen we de zeilen in en zetten de motor aan. Dat is voor de nacht een gemakkelijke oplossing.

Edwin maakt eerst het schip klaar voor de nacht door extra veiligheidstouwen in de cockpit te spannen waar we onze lifelines aan vast kunnen maken. Dan gaat Edwin als eerste slapen, zodat hij er in het donker steeds bij kan zijn.

Laurens Hendrik doet de eerste wacht, van 20:00 tot 21:00. De motor staat aan, het Stentec navigatie systeem geeft de juiste koers aan, en de automatische piloot stuurt de boot.  Er blijkt een vissersschip precies voor ons te varen die op regelmatige afstand boeien met vlaggetjes uitzet. Hier moeten we voor uitwijken. Later verdwijnt de visser richting Le Havre en kunnen we ongestoord verder. We hebben nu de vloedstroom tegen en lopen slechts 5.5 knopen.

Maaike Grytsje wilde graag de wacht bij zonsondergang en neemt het om 21:00 over van Laurens Hendrik.  Ze ziet de zon onder gaan de de sterren opkomen. Als eerste zien we een heldere ster, waarvan we vermoeden dat het de planeet Jupiter is. Maaike Grytsje heeft veel plezier in haar wacht, ze kijkt met een big smile naar de horizon, speurend naar schepen die er hier niet zijn. De zee is helemaal alleen van ons. Edwin ligt op een provisorisch bed in de cockpit maar kan niet echt slapen, het is veel te leuk om mee te maken.

Om 23:00 is het echt donker geworden en is Marttje aan de beurt. Maaike Grytsje gaat te kooi en we komen in de buurt van de scheepvaart route van de haven van Le Havre naar de open zee. In dit gebied kunnen grote schepen varen. We zien ze op de radar en we zien ze met het blote oog en onze verrekijker. Er zijn een aantal koerskruisers, maar ze zijn nooit dichterbij dan 3 mijl afstand, een comfortabele marge.

Edwin probeert nog steeds te slapen op het achterdek, maar komt niet verder dan wat hazenslaapjes van 10 minuten. We ziet hij gedurende de nacht 7 vallende sterren.

Om 01:00 neemt Edwin het over van Marttje. Daarna neemt Marttje plaats op het provisorische bed in de cockpit en Edwin waakt over de automatische piloot en de navigatie computer. Het is nu erg donker geworden en we varen nu langs de stranden van Normandie waar in 1944 de landing tijdens D-day is geweest. Van de stranden zelf zien we in het donker niets, de zee is vlak en zwart. Edwin proeft wel iets van het gevoel dat de soldaten van toen in het pikkedonker gehad moeten hebben.

Inmiddels is de ebstroom aangebroken en gestaag klimt de snelheid-over-de-grond, naar 9 knopen, 10 knopen, 11 knopen, en zelfs 12.5 knopen. Dan neemt Edwin was gas terug, het moet niet gekker. Het water is hier 40 meter diep en geen enkel obstakel, maar een beetje griezelig is het wel. Het enige wat je nu van de zee ziet is een zwarte vlakte met alleen het witte schuim van onze eigen boeggolf. Soms zie je een witte schim, dat is dan een meeuw die vlak langs vliegt. En steeds horen we de brom van onze diesel (en we denken zelfs de echo te horen die van de kliffen terugkaatst).

Onze boordlichten op de boeg (rood op bakboord, groen op stuurboord), een wit heklicht achter op ons  schip en een wit toplicht in de mast maakt ons van een grote afstand herkenbaar als varend motorschip aan andere schepen. En wij herkennen de schepen ook aan hun lichten, aan de rode of groene kleur zien we welke kant ze op varen en of we moeten uitwijken of veilig kunnen doorvaren. Samen met de radar geeft dit een veilig gevoel.

Door de hoge snelheid over de grond (er staat hier 5 knopen stroming in precies de goede richting) vorderen we lekker snel. Om 03:00 is Sjouke Lute aan de beurt, gaat Marttje slapen in haar bed in de voorhut en besturen Sjouke Lute en Edwin samen de boot. We zijn inmiddels nog maar een paar mijl van de vuurtoren van Barfleur die het laatste waypoint voor de haven van Cherbourg is. Vanaf hier moeten we zorgvuldig navigeren om buiten de ondieptes te blijven en de veilige route naar de haven te vinden.

Sjouke Lute blijkt een kei in het nachtelijk navigeren. Steeds volgt hij op de computer met de software van Stentec de positie van ons schip (die kennen we door onze GPS positie bepaling via satellieten). Dan komt hij even met zijn hoofd naar buiten en zegt: koerswijziging: min 10 graden.

Edwin stelt dan de automatische piloot bij en kijkt weer met de verrekijker uit naar de  vuurtoren en de zwakke knipperlichten van kardinale tonnen die de ondieptes markeren. 

Uiteindelijk komen er veel lichten in het zicht, de gele lichten van de gebouwen van de haven van Cherbourg, diverse rode lichten, diverse knipperende lichten. Vanaf de kaart kunnen we bepalen welk licht waar zit en varen we uiteindelijk door de havenhoofden.

We maken Marttje wakker en daarna Maaike Grytsje en Laurens Hendrik. Bij zonsopkomst varen we de jachthaven Port Chantereyne in. Via de marifoon roepen we de havenmeester op, maar die geeft geen antwoord, het is nog te vroeg. In de haven zien we veel lege boxen, en in een daarvan meren we de Bleu Magenta goed af. Over een paar uur gaan we wel aan de havenmeester vragen waar hij ons wil hebben, maar eerst gaan we nu echt slapen. 

In totaal hebben we in 24 en een half uur een afstand van 163 mijl gevaren (302 kilometer).

Edwin


Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.